Onderzoekers van de PXL werken aan een overzicht van de hinder van de verschillende ganzensoorten in het Demerbekken in de regio Beringen, Halen, Herk-de-Stad en Hasselt. Vorig jaar werden 10 dieren gezenderd, om na te gaan waar ze precies vertoeven.
Uit de eerste resultaten blijkt dat de ganzen meestal maar 20 kilometer ver trekken. De vele uitwerpselen van de ganzen zijn slecht voor de velden en weilanden van de boeren én de recreatie in en rond de Paalse plas en het Schulensmeer.
"Een gans is een wandelende kakzak", vertelt specialist faunabeheer Joep Grosemans. "Aan de lopende band verdwijnt er van alles in die bek en wordt het er vervolgens langs achter weer uitgeduwd. Ze hebben nu eenmaal een heel slechte vertering, daardoor moeten ze ook veel eten."