Kent u ‘m al? De Uitpas. In Limburg is de kans niet onbestaande dat u er nog niet van gehoord hebt. Of weet waarvoor hij dient. In de meeste andere provincies is deze Vlaamse voordeelkaart een succes en is deze pas uitgerold in meer dan de helft van alle gemeenten. Wij hinken hier achterop, blijkt uit onderzoek op vraag van de Vlaamse overheid: met maar 12 van de 38 Limburgse gemeenten met zo’n kaart is er zeker nog werk aan de winkel om mensen aan te zetten om te proeven van cultuur, sport of spel. Maar vooral ook omdat de Uitpas veel meer is dan een bonnenboekje: voor mensen met het zogenaamde MiA-statuut - mensen in armoede - is het een mooie manier om (betaalbaar) te kunnen deelnemen aan onze steeds duurder wordende vrijetijdsmaatschappij.
Wie een beperkt budget heeft, moet maar 20 procent betalen voor activiteiten of lidgelden van deelnemende jeugdverenigingen en sportclubs. De rest betaalt de hele som. Maar spaart wel telkens punten. Inruilen kan je die voor een resem voordelen, zoals kortingen op evenementen, een gratis duik in het zwembad of een eetbon in het dorpsrestaurant. Niet dat de volle pot overigens een arm en een been kost: de meeste gemeenten vragen hooguit 5 euro voor de kaart of geven ‘m zoals Hasselt zelfs gratis aan de inwoners (én de studenten die in Hasselt studeren aan PXL, UCLL en UHasselt). Waarom zou een mens nog wachten?
“Uitpas herkent verschil niet tussen arm en rijk” | Het Belang van Limburg